Capelsche Uiterwaard

Westelijk deel: aanleggen eenzijdig aangetakte oevergeul van circa 1,4 kilometer lengte, parallel aan de Maas. Oostelijk deel: aanleggen meestromende oevergeul van circa 1,4 kilometer lengte, eveneens parallel aan de Maas. Status: in voorbereiding.

Ingenieursbureau Arcadis werkt op dit moment in opdracht van Rijkswaterstaat verschillende maatregelen uit voor het verbeteren van de ecologische waterkwaliteit in en langs de Maas. Voor onder andere de locatie Capelsche uiterwaard in de Bergsche Maas heeft Rijkswaterstaat vorig jaar een zogenoemde Kennisgeving Voornemen en Participatie gepubliceerd in de Staatscourant. Daar kon tot en met 16 mei 2023 op worden gereageerd. Een tweede locatie die onder diezelfde kennisgeving viel, is de Genderensche Uiterwaard aan de overzijde van de rivier in de gemeente Altena.

Herstel leefgebied

Het doel voor beide gebieden is de variatie aan groeiplaatsen voor water- en oeverplanten en leefgebieden voor vis en macrofauna (mosselen, slakken, insectenlarven en dergelijke) te vergroten. Rijkswaterstaat streeft in de Bergsche Maas naar het aanleggen van geulen die aan een of beide kanten met de rivier zijn verbonden. Om de rivierdynamiek en getijdenwerking te benutten, zodat plant- en diersoorten die daar bij horen kunnen terugkeren.

Kaart met in groen het maatregelgebied Capelsche uiterwaard aan de westkant van Waalwijk aangegeven.

Ligging

De Capelsche uiterwaard ligt tussen rivierkilometer 236.7 en 239.5 aan de noordkant van Waalwijk, ter hoogte van het bedrijventerrein van de haven. De Bergsche Maas is rond 1900 aangelegd als nieuwe benedenloop van de Maas richting de Noordzee. Eb en vloed hebben hier nog enige invloed. Het waterniveau stijgt en daalt dagelijks met zo’n 20-30 cm. De Bergsche Maas is dan ook te typeren als zoet getijdenwater. Dat brengt karakteristieke flora en fauna met zich mee. Door menselijke ingrepen als het dempen van getijdengeulen zijn die natuurwaarden echter achteruit gegaan. Met gerichte herstelmaatregelen wil Rijkswaterstaat daar verbetering in brengen en zo de ecologische waterkwaliteit verbeteren.

Oplossingsrichting westelijk deel

In het westelijk deel van de Capelsche uiterwaard is het plan een geul aan te leggen die alleen aan de benedenstroomse kant met de Bergsche Maas is verbonden, met een lengte van ongeveer 1,4 kilometer en breedte van 25 tot 30 meter. Op de plek van de aantakking komt dan een doorgang in de zomerkade. Zo’n geul biedt op deze plek een goed leef- en voortplantingsgebied voor vissoorten als de driedoornige stekelbaars en rivierdonderpad, en mogelijk zelfs voor de zeldzaam geworden fint en harder. Daarnaast is het de wens de bovenste grondlaag in de uiterwaard af te graven. Dat deel kan daardoor gemakkelijker overstromen bij hogere waterstanden, wat eveneens gunstig is voor de ontwikkeling van natte natuur die bij de Bergsche Maas hoort.

Oplossingsrichting oostelijk deel

In het oostelijk deel van de Capelsche uiterwaard, aan de stroomopwaartse kant van het afwateringskanaal en het poldergemaal, gaat het eveneens om het aanleggen van een 1,4 km lange geul. Hier is het echter de bedoeling de geul aan beide zijden met de Bersche Maas te verbinden, zodat deze permanent gaat meestromen. In de plannen is rekening gehouden met de getijdenwerking. Na het graven van de geul blijft een vooroever over. Dat is een stenige ‘rug’ die werkt als golfbreker als er schepen langskomen. Het is de bedoeling daarin enkele openingen voor vissen te maken.

Het doel is om hier parallel aan de rivier een beschutte zone met rietmoeras te laten ontstaan met dus de invloed van eb en vloed, die dient als kraamkamer voor jonge vis. En ook waterplanten en allerlei waterdiertjes moeten zich er thuis gaan voelen, zoals de bolle stroommossel en variabele waterjuffer. Vogels die graag in rietkragen vertoeven zijn bijvoorbeeld de blauwborst en rietgors.

Om dit te kunnen realiseren, moet de grond achter de huidige Maasoever flauw worden afgegraven, zodat een geleidelijke overgang van water naar land ontstaat. De zomerkade wordt daarbij aan rivierzijde minder breed gemaakt maar behoudt wel zijn functie. 

Dronefoto van Capelsche uiterwaard met groen en bruin landschap met rechts de Maas en links een kanaaltje.

Huidige situatie van een deel van de Capelsche uiterwaard. Met onderaan in beeld nog net zichtbaar het afwateringskanaal haaks op de Bergsche Maas.  Foto: ©Pulles en Pulles


Bomen

Om deze maatregelen te kunnen uitvoeren, is het noodzakelijk de aanwezige bomen te verwijderen. Ze staan namelijk op de plek waar de ingrepen zijn voorzien. Daaronder bevinden zich ook zogenoemde bakenbomen. Op de website van Rijkswaterstaat staat uitleg over wat bakenbomen zijn. Rijkswaterstaat streeft er naar de gekapte bomen bij de Capelsche uiterwaard zoveel mogelijk ter plekke een nuttig tweede leven te geven door ze als rivierhout in de beoogde geulen neer te leggen. Vanzelfsprekend stevig verankerd om wegdrijven te voorkomen. Dood hout onder water is ecologisch heel waardevol; het werkt als een soort rivierkoraal, waar het al snel wemelt van het leven. De bomen dienen tegelijkertijd als een invaarblokkade voor bootjes.

Onderdeel van het plan is om nieuwe bomen te planten aan landzijde van de nieuwe geulen, zodat daar genoeg schaduw is. Schaduw remt de opwarming van het water af, wat vooral in droge zomers van belang is voor de ecologische waterkwaliteit. Daarvoor heeft Rijkswaterstaat zwarte populieren op het oog, een inheemse soort die goed past in het Nederlandse rivierenlandschap.

Afstemming en planning

In 2020 is Rijkswaterstaat het initiatief voor de Capelsche uiterwaard gestart, in overleg met de gemeente Waalwijk, provincie Noord-Brabant en waterschap Brabantse Delta. Ook zijn bij grondgebruikers en andere belanghebbenden relevante informatie en aandachtspunten over het gebied opgehaald. 

Vanzelfsprekend worden eventuele beschermde plant- en diersoorten gerespecteerd als die in het gebied aanwezig zijn. Ook houden Rijkswaterstaat en Arcadis zo goed mogelijk rekening met eventuele archeologische, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. De Capelsche uiterwaard is bijvoorbeeld vanwege het zogenoemde slagenlandschap – het historische verkavelingspatroon - van cultuurhistorisch belang en geniet daardoor ook provinciale bescherming. Hier is rekening mee gehouden in de oplossingsrichting die is uitgewerkt. Dat geldt ook voor de eisen die gesteld worden aan de hoogwaterveiligheid; daar is het voorstel eveneens op doorgerekend. De komende periode wordt met behulp van diverse specialisten een ontwerpnotitie opgesteld. De maatregel moet uiterlijk eind 2027 zijn gerealiseerd.

Kaderrichtlijn Water

De herinrichting van de Capelsche Uiterwaard is onderdeel van een groter herstelprogramma voor de Maas dat Rijkswaterstaat uitvoert vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Rijkswaterstaat werkt al sinds 2009 aan de natuurvriendelijke inrichting van de oevers, beekmondingen en uiterwaarden van de Maas. Zo ook in de regio Waalwijk, waar dat in 2022 bij de monding van het Drongelens Kanaal is gebeurd. Ook aan de overkant van de rivier zijn enkele maatregelen gepland, waaronder dus in de Genderensche uiterwaard. Kijk op de klikbare kaart voor meer informatie over de verschillende maatregelen.

Meer weten?

Meer informatie over de maatregelen van Rijkswaterstaat voor ecologisch herstel van de Maas is te vinden op www.rijkswaterstaat.nl/maasoevers, via de nieuwsbrief en in deze brochure. Of bel voor vragen met de publieksinformatielijn van Rijkswaterstaat 0800-8002 (gratis).

 

Lat: 51,7099948292421
Long: 5,02249535918236

Een momentje...
Cookie-instellingen